Mascha Mos deelt haar ervaring met een urgent euthanasieverzoek

Mascha Mos
Psychiater en bestuurslid ThaNet
Gepubliceerd op
23 mei 2024

Door een collega-psychiater ben ik geconsulteerd over een casus waarin hij, dacht ik, om een verkennend gesprek vroeg. Dit heb ik gepland voor 2 weken later. In tussentijd word over dezelfde patiënt gebeld door de huisarts die de euthanasie op wil pakken, patiënte zelf en dochter. Patiënte is wanhopig en de huisarts voelt zich onder druk gezet en wil voldoen aan de euthanasiewens. De dochter geeft aan dat de situatie niet meer houdbaar is. Ik lees het dossier en overleg met expertisecentrum euthanasie (EE) welke route we voor deze euthanasievraag moeten en kunnen lopen: is dit een somatische of psychiatrische euthanasie?

EE bevestigd dat het inderdaad een euthanasieverzoek is op lichamelijke gronden, waarbij comorbide psychiatrie speelt, we kunnen dus de somatische route lopen met een aantal voorwaarden, waar we in de casus aan voldoen. De huisarts belt hierop een SCEN-arts die aangeeft dat hij toch een second opinion wil in de casus van een willekeurige psychiater. De huisarts belt mij meerdere keren en voert de druk ook bij mij op. Meerdere keren probeer ik hem uit te leggen dat patiënte deze wens kan hebben, maar dat een second opinion organiseren binnen de organisatie tijd kost. Er moet een psychiater gevonden worden die het wil doen en zich deskundig genoeg voelt aangaande de problematiek. Vervolgens moet die psychiater ruimte hebben in zijn of haar agenda, die meestal weken van te voren volgepland staat en dan moet er tijd gemaakt worden voor een huisbezoek, inleestijd, gesprekstijd, uitwerktijd en overlegtijd. De huisarts vraagt naar andere routes en ik stel er een paar voor. Een van de routes blijkt uiteindelijk sneller te zijn.

Ik ga naar huis en ben enerzijds tevreden over dat ik niet over mijn grenzen ben gegaan en ook nog deze second opinion ben gaan doen, boven op mijn al volle agenda, anderzijds bekruipt mij een gevoel van onzekerheid: voel ik de urgentie wel genoeg? Hoe verhoudt zo’n verzoek zich ten opzichte van mijn andere verantwoordelijkheden richting mijn patiënten in de deeltijd en EPA kliniek? En wat als dit soort druk veelvuldiger voor gaat komen?

Deze dwingende druk komt vaker voor binnen het euthanasievraagstuk, zoals ik de afgelopen anderhalf jaar heb bemerkt. Naast dat ik de last van het lijden van patiënten voel, vind ik het ook belangrijk om mijn eigen ruimte te houden voor het maken van een goede afweging. De afhankelijkheid die patiënten in deze relatie met mij als psychiater ervaren is begrijpelijkerwijs onprettig, maar wel hoe de euthanasieprocedure er momenteel uit ziet. En dus is het iets om van beide kanten mee te dealen.

Er is in deze gevallen veel onderliggende boosheid merkbaar en vaak vraag ik me af of deze ook een rol speelt in het euthanasieverzoek. In de zorgvuldigheidseisen is geen toetsing voor het aspect van boosheid, wat ik een gemis begin te vinden.

 


 

Over deze nieuwsrubriek: ThaNet wil ruimte bieden aan een verscheidenheid aan meningen. De artikelen in onze nieuwsrubriek vertolken niet persé de visie van ThaNet, wat deze wel is valt hier te lezen. 

Misschien ook interessant

Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!