Reactie ThaNet op rapport ‘Ruimte in autonomie en nabijheid’

Rosalie Pronk
Ethicus en bestuurslid ThaNet
Gepubliceerd op
22 juli 2024

Begin dit jaar presenteerden het Amsterdam UMC en 113 Zelfmoordpreventie het rapport ‘Ruimte in autonomie en nabijheid’ aan het ministerie van VWS. Dit rapport beschrijft een verkennend onderzoek naar laagdrempelige zorg, hulp of begeleiding voor mensen met een psychische aandoening en een aanhoudende doodswens en/of euthanasiewens. De groep mensen die het betreft heeft de behoefte serieus genomen te worden in hun doodswens, een open gesprek hierover aan te kunnen gaan, en hier begeleiding bij te krijgen. Een voorbeeld voor deze vorm van zorg is te vinden in het Vlaamse Reakiro; een inloophuis specifiek voor mensen met psychische aandoeningen die kampen met een aanhoudende doodswens en/of euthanasiewens. Het onderzoek verkende of er in Nederland ook plekken zijn waar deze mensen terecht kunnen om deze laagdrempelige zorg te ontvangen.

De belangrijkste conclusies waren dat er in Nederland geen initiatief is zoals Reakiro, er is geen zorgaanbod specifiek gericht op de eerder genoemde doelgroep. Wel werden er vijf contexten gevonden waar mensen mogelijk ondersteuning konden vinden met betrekking tot hun aanhoudende doodswens: a) centra waar herstelgericht gewerkt wordt op basis van ervaringsdeskundigheid, b) thematische belangenorganisaties, c) de specialistische GGZ, d) geestelijke verzorging, en e) suïcidepreventie.

Initiatieven binnen centra waar herstelgericht gewerkt wordt op basis van ervaringsdeskundigheid, en ‘Geestelijke Verzorging Thuis’, voldoen het meest aan de gestelde criteria van laagdrempeligheid, gericht op mensen met psychisch lijden en de mogelijkheid voor een open gesprek over de doodswens. De onderzoekers schetsen twee scenario’s voor de uitbreiding van het bestaande hulpaanbod: a) het versterken van het aanbod gericht op mensen met een doodswens binnen bestaande herstelcentra voor mensen met psychische klachten, gestoeld op ervaringsdeskundigheid; en b) het wegnemen van drempels voor toegang tot ‘Geestelijke Verzorging Thuis’ voor mensen die psychisch lijden en een aanhoudende doodswens hebben. Daarnaast worden vijf alternatieve scenario’s geschetst. In alle scenario’s is samenwerking tussen alle partijen in het brede veld noodzakelijk om de diverse groep mensen met een aanhoudende doodswens vanwege psychisch lijden te kunnen bedienen.

Als ThaNet willen wij ons graag inzetten om de aanbevelingen uit het rapport ook daadwerkelijk vorm te geven, zodat goede zorg voor deze kwetsbare groep doorontwikkeld wordt. Wij zien voor ThaNet verschillende mogelijkheden tot bijdragen daaraan.

Binnen de categorie ‘mogelijkheden voor verbetering van het bestaande hulpaanbod’ (4.2), zien wij bijvoorbeeld kansen om bij te dragen aan punt 4.2.1. ‘Landelijke dekking’. ThaNet is een kennisnetwerk met landelijke dekking, en biedt mogelijkheden tot het komen van samenwerkingen door middel van de netwerkfunctie die er is. Zorgprofessionals uit heel Nederland kunnen zich aansluiten bij ThaNet, en via de netwerkbijeenkomsten en het jaarlijks symposium elkaar vinden. Ook kan ThaNet zorgprofessionals, die zich bezighouden met een laagdrempelig zorgaanbod, actief aan elkaar verbinden. Deze verbindende functie nemen wij graag op ons, en wij zullen ons oriënteren op hoe wij deze taak het beste kunnen invullen.

Een andere bijdrage binnen deze categorie kunnen wij bieden op het gebied van punt 4.2.3. ‘verbeteren bekwaamheid van professionals’. Wij zijn als ThaNet hard bezig om ons in te zetten om zorgprofessionals te helpen zich te bekwamen/ zich bekwaam te voelen in het kunnen voeren van een open gesprek over de doodswens met de patiënt. Wij richten ons hier niet alleen op artsen, maar op alle zorgprofessionals binnen de GGZ. Dit doen wij door een handleiding en webinar te presenteren over hoe je op een goede manier dit gesprek kan voeren (te vinden op de site van ThaNet) door in netwerkbijeenkomsten over dit onderwerp te organiseren (met o.a. een spreker van Reakiro) en wij kunnen ons oriënteren op het ontwikkelen van een e-module, waarin we handvatten bieden om dit belangrijke gesprek aan te gaan. Onze netwerkleden hebben zo allen toegang tot handreikingen vanuit ThaNet om zich op dit gebied te bekwamen.

ThaNet richt zich op zorgprofessionals binnen de GGZ, maar zou kunnen overwegen zich ook meer actief te gaan richten op professionals vanuit de geestelijke verzorging, die niet noodzakelijk binnen de GGZ werkzaam zijn. Wanneer professionals vanuit de geestelijke verzorging zich ook uitgenodigd voelen om zich aan te sluiten bij het netwerk van ThaNet, kunnen we bijdragen aan punt 4.3.2. ‘Wegnemen van drempels tot en versterken van Geestelijke Verzorging Thuis’. In relatie tot dit punt wordt door de onderzoekers beschreven dat niet alle geestelijk verzorgers toegerust zijn op het begeleiden van mensen met psychische problematiek. Ook wordt er genoemd dat er meer samenwerking dient te komen met partijen uit de GGZ. ThaNet kan op gebied van deze twee zaken mogelijk een bijdrage leveren. Enerzijds door de kennis die wij verspreiden over de begeleiding van specifiek mensen met psychische problematiek en een aanhoudende doodswens. Professionals uit de geestelijke verzorging kunnen hier ook zeker gebruik van maken, mits zij weten dat ThaNet bestaat en zich hiervoor inzet. Als ThaNet zijnde zullen wij ons beraden op hoe wij ook de professionals uit de geestelijke verzorging kunnen bereiken.
Anderzijds kunnen wij als ThaNet, betreft de samenwerking van de geestelijk verzorgers met professionals uit de GGZ, als landelijk kennisnetwerk deze netwerkfunctie zeker vervullen. Wij richten ons primair op professionals uit de GGZ, en hebben al een stevig netwerk van GGZ professionals opgebouwd waar geestelijk verzorgers zich ook bij kunnen aansluiten, en van kunnen profiteren.

Zoals eerder beschreven kan dit door middel van de netwerkbijeenkomsten en het jaarlijks symposium. Ook kunnen netwerkleden ThaNet contacteren om actief verbonden te worden aan elkaar, om zo tot samenwerking te komen. ThaNet ziet het belang van een goede en brede samenwerking op dit gebied om de zorg voor de doelgroep te verbeteren. Wij zullen ons de komende tijd inzetten om op bovengenoemde punten vorderingen te maken en zo bij te dragen aan passende zorg voor mensen met een psychische aandoening en aanhoudende doodswens en/of euthanasiewens.

Misschien ook interessant

Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!