Column: de macht van het vertoog…

Heleen Weber
Nabestaande ervaringsdeskundige en bestuurslid ThaNet
Gepubliceerd op
31 mei 2024

De Franse filosoof Michel Foucault had het over de macht van het vertoog; het dominante vertoog bepaalt wat de ander ons zal voorspiegelen. Ter verduidelijking: taal bepaalt onze denkkaders; taal probeert de werkelijkheid weer te geven, maar zij vormt die werkelijkheid ook. Zo kan een bepaalde manier van kijken overheersen en dus bepalend zijn voor wat ons – in de woorden van Foucault – wordt voorgespiegeld. Hoe we denken over psychiatrische aandoeningen wordt weerspiegeld in de taal die we daarvoor gebruiken. Dit geldt ook voor de taal waarmee we spreken over euthanasie en psychisch lijden. In het dominante vertoog hierover gebruikt men niet zelden “weettaal”, een taal waarmee iets wordt vastgesteld, een taal vol gesuggereerde – en suggestieve – zekerheden

“Ondanks dat zij lichamelijk volkomen gezond is, kiest zij evengoed voor de dood, wil zij euthanasie”

Dit ogenschijnlijk simpele en voor iedereen waarschijnlijk begrijpelijke zinnetje suggereert nogal wat. Het suggereert namelijk dat euthanasie bij psychisch lijden een keus is, dat je de keus hebt tussen leven en dood; dat alleen fysiek zieke mensen terminaal kunnen zijn en psychisch zieken niet; dat je alleen hoort dood te gaan als je lichaam het opgeeft. Aangezien het hoofd toch een niet onbelangrijk deel van het lichaam uitmaakt, kun je je afvragen waarom er überhaupt onderscheid tussen fysiek en psychisch wordt gemaakt, maar dit terzijde. Een niet gering aantal mensen spreekt op deze manier, vanuit de eigen en heersende denkkaders, over euthanasie bij psychisch lijden. Hier spreekt de macht van een bepaalde manier van kijken maar dus ook de macht van bepaalde dingen niet zien: het lijden, de strijd tegen de ziekte én tegen het onbegrip vanuit de maatschappij of instelling. Om een andere filosoof aan te halen, de Oostenrijker Ludwig Wittgenstein: “de grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld” en “waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.” Ik zou dat in dit licht zo willen opvatten dat de wereld van de “gezonde” mens kennelijk niet de woorden kent om over dit onderwerp te spreken. Dan zou die “gezonde” dus maar beter kunnen zwijgen. Maar naast zwijgen is er gelukkig een andere optie: de grenzen van onze wereld zo verleggen dat er ruimte komt voor het gesprek over een persisterende doodswens en ruimte voor psychisch terminaal als geaccepteerd begrip.

Als we over euthanasie bij psychisch lijden spreken, laten we onze woorden dan zo kiezen dat er ruimte blijft bestaan voor vragen en alternatieve zienswijzen. Laten we minder “weettaal gebruiken en meer “zoektaal”, een taal die recht doet aan de ervaring, aan het lijden.

Wat als de overheersende wijze van naar euthanasie kijken niet die zou zijn van een keus tussen leven en dood maar van een keus tussen twee manieren van sterven; de keus tussen een humane fysieke dood en een mentaal dood-zijn dat de gratie van de fysieke dood niet kent.

Wat als het dominante vertoog niet zou zijn: “Ondanks dat zij lichamelijk volkomen gezond is, kiest zij evengoed voor de dood, wil zij euthanasie”, maar “Na jaren van strijd tegen haar psychische ziekte, mag ze humaan, in vrede en omringd door haar dierbaren eindelijk sterven.”

Laten we op onze woorden passen!

 


 

Over deze nieuwsrubriek: ThaNet wil ruimte bieden aan een verscheidenheid aan meningen. De artikelen in onze nieuwsrubriek vertolken niet persé de visie van ThaNet, wat deze wel is valt hier te lezen. 

Misschien ook interessant

Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!