Taalgebruik in de GGZ; een enkel woord kan veel verschil maken.

Lieke Vaarwerk
Ervaringsdeskundige
Gepubliceerd op
12 januari 2025

Vanaf mijn 16e heb ik veel klinische behandelingen gehad en daartussen was ik meestal ambulant in behandeling. Je zou dus kunnen zeggen dat ik behoorlijk wat ervaring heb met het ontvangen van hulp en zorg. Het volgende stuk gaat over taalgebruik binnen de behandeling, en is gebaseerd op mijn eigen ervaringen, en gesprekken met anderen -patiënten en zorgverleners- hierover.

Dat taal, de woorden die wij gebruiken, grote invloed heeft op hoe wij elkaar begrijpen is wel een feit. Als het gaat over gevoelens, is het soms lastig de juiste woorden te vinden. Woordkeuze speelt ook een grote rol binnen een behandelrelatie. In dit stuk ga ik een aantal ‘gevoelige’ taalkundige kwesties onder de aandacht brengen. Ik leg uit waarom bepaalde woorden een negatieve uitwerking op de ontvanger (kunnen) hebben en hoe ze ‘gehoord’ kunnen worden. Daarnaast doe ik nog wat suggesties voor termen of woorden die min of meer hetzelfde betekenen, maar een ander -meer positief of neutraal- effect kunnen hebben op de patiënt. Er bestaan geen ‘foute’  en ‘goede’ woorden, en de betekenis die een woord krijgt is mede afhankelijk van context en de onderlinge verhouding tussen de gesprekspartners. Hetzelfde woord kan immers heel anders geïnterpreteerd worden door een ander persoon, of in een andere context. Dit stuk is slechts bedoeld als manier om inzicht te geven op hoe iets ‘gehoord’ kan worden. Een behandeling is vaak hard werken, en hoop op verbetering is daarbij erg belangrijk (waarom zou je anders al die moeite doen?). Bij het behouden van de hoop, en het gevoel gehoord te worden, kan je met taal enige invloed uitoefenen.

    1. Chronische depressie, chronische anorexia nervosa, chronische suïcidaliteit. Voor de hulpverlener betekent het vaak enkel ‘langer dan … tijd’ maar de patiënt hoort ‘dit is voor altijd, het gaat nooit meer over/weg’. Een goed alternatief zijn de woorden ‘langdurig’ of ‘persisterend’; deze worden vaak neutraler ontvangen, en betekenen hetzelfde.
    2. Therapieresistent. Op zich kan dit een term in een dossier zijn die past bij de situatie. Wat bedoeld wordt is dat de aandoening tot nu toe niet op de toegepaste therapie heeft gereageerd. Voor de patiënt klinkt dit alsof ‘niets ooit nog gaat werken’, niets helpt. Terwijl in veel situaties nog een andere soort behandeling geprobeerd kan worden, of de behandeling op een later tijdstip, als bijvoorbeeld enkele omstandigheden anders zijn, alsnog positief effect kan hebben. Een psychische aandoening is geen bacterie die resistent is tegen alle antibiotica die er zijn. Het risico van het benoemen van de aandoening als zijnde therapieresistent, is dat de patiënt alle hoop verliest en het gevoel heeft dat zijn/haar inspanningen om te herstellen geen effect zullen hebben (dus ‘zinloos’ zijn). Dit maakt de ervaring van het lijden ook eerder uitzichtloos omdat het de hoop op verbetering ontneemt. Wat ook goed is om uit te leggen, is dat het niet de patiënt maar de stoornis/aandoening is die ‘therapieresistent’ is. De stoornis wordt behandeld, maar reageert niet op de aanbevolen therapie voor die betreffende stoornis. Ik kreeg het stempel een patiënt te zijn met chronische, therapie resistente anorexia nervosa. Zo stond het in al mijn dossiers. Hoe vaker ik dit teruglas, des te meer ik het gevoel kreeg dat het over MIJ ging. Ik was therapie resistent, ik was lastig, complex. Ik reageerde niet op behandelingen, ik reageerde niet ‘zoals het zou moeten’. Na een aantal jaar zei een (nieuwe) behandelaar tegen mij zei: ‘Dit gaat niet over jou als persoon. Dit betekent alleen dat jouw anorexia niet heeft gereageerd op de behandelingen waarvan wij weten dat ze het meest werkzaam zijn bij anorexia (evidence based medicine). Maar jij hebt inmiddels al zo lang een eetstoornis en voor langdurige eetstoornissen bestaat er helemaal geen evidence based treatment. Dus we zullen creatief moeten zijn en gewoon maar verschillende dingen proberen* om te zien wat jou wél helpt.’ Het verschil tussen therapie resistent ‘zijn’ en een therapie resistente aandoening hebben, doet erg veel met iemands eigenwaarde. En uitleggen dat dit betekent ‘niet reageren op de (in de richtlijn) aanbevolen behandeling’, en dat er nog ‘out of the box’ gedacht kan worden, kan veel verschil maken in hoe de aandoening wordt ervaren. Het kan het verschil maken tussen totaal geen hoop meer op verandering of verbetering, en nog steeds het gevoel hebben dat er iets van valt te maken. Ook kan het op die manier benoemen de patiënt helpen om zichzelf minder te vereenzelvigen met z’n ziekte/aandoening  *Niet zomaar iets proberen, wel behandeling met bewezen kans van slagen voor mijn aandoening.
    3. Uitbehandeld. Zelf vind ik dit te definitief, zeker binnen de psychiatrie. Hier geldt hetzelfde als bij voorgaande; deze term ontneemt de patiënt alle hoop dat het ooit nog beter kan worden. Daarnaast kan het ook het idee geven dat je wordt ‘opgegeven’ door de professionals; alsof je behandeling hier ophoudt omdat resultaten niet meer te verwachten zijn. Wat gehoord wordt kan zoiets zijn als: ‘als je niet beter wordt, dat houdt het voor ons hier op’. Soms is dat ook letterlijk de boodschap als de behandeling van iemand op een bepaalde plek vastloopt. Toch zou het goed zijn om ook dat anders te verwoorden. Leg bijv. uit dat deze behandeling nu niet het gewenste effect heeft, maar dat er in de toekomst (mogelijk) weer nieuwe behandeling mogelijk is; als de omstandigheden anders zijn, als er een meer passende behandeling komt of op een andere plek. Ook kan er verwezen worden naar een andere vorm van behandeling; beschermd wonen, Acceptance and Commitment Therapy, of andere manieren om te leren leven met de klachten. Als je dit wilt vergelijken met een lichamelijke ziekte; als iemand met kanker niet meer kan genezen, wordt er niet gezegd: ‘hier houdt het op’. Er wordt vanaf dat moment palliatief behandeld, waarbij er nog steeds actieve behandeling is, maar met een andere insteek; het leven verlengen en het lijden/de pijn verzachten. Het zou goed zijn als er in de psychiatrie ook zo naar gekeken en gehandeld kan worden; het is immers niet zo dat degenen die niet kunnen genezen, plotseling geen hulpvraag meer hebben. In feite moet je als patiënt dan leren leven een met langdurige aandoening of ziekte. ‘Uitbehandeld’ zou dan ook geen eindpunt moeten zijn; het kan de start zijn van een traject wat meer gericht is op ‘leren leven met’. Het hangt van de aandoening en de patiënt af in hoeverre ze daar in het dagelijks leven nog last van (zullen) hebben, dus het is juist erg belangrijk dat er goede hulp wordt geboden om de klachten zo min mogelijk invloed te laten hebben op het dagelijks leven en zo ook de kwaliteit van leven.
    4. Ga het maar accepteren. Op deze manier uitgesproken kunnen deze woorden, net als ‘je bent hier uitbehandeld, behandeling heeft volgens ons geen zin meer’, alle hoop op verbetering of herstel ontnemen. Voor iemand die zelf erg lijdt onder zijn aandoening of symptomen en die er wel vanaf wil en hoopt te komen, is ‘ga maar accepteren dat het niet over gaat’ wel zo’n beetje het ergste om te horen. Wat gehoord wordt is: ‘dit zal altijd zo (erg) blijven, het gaat niet meer verbeteren. Leer er maar mee leven’. Het voelt haast als een veroordeling tot het leven met die aandoening/symptomen, in de mate die het op dat moment is. Vaak komt ‘ga het maar accepteren’ ter sprake aan het eind van een intensieve behandeling die niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, wat dan de aanleiding is voor behandelaren om te denken dat resultaat niet (op korte termijn) niet te verwachten valt. Voor een patiënt is het vaak teleurstellend en frustrerend als een behandeling waar zij zich voor hebben ingezet en hun hoop op hebben gevestigd, (weer) niet lijdt tot verbetering of herstel. In deze fase overheerst vaak de teleurstelling. Zo iemand wil in die kwetsbare positie, met zulke negatieve gevoelens niet horen dat hij/zij moet ‘accepteren dat het zo blijft’. Ik vind zelf ook niet dat je moet blijven ‘doorbehandelen’ als er weinig hoop op herstel is, als al eerder is gebleken dat de behandeling geen of onvoldoende effect heeft. Want ook dat kan gevoelens van hopeloosheid of uitzichtloosheid versterken. Maar zelfs als de stoornis niet te genezen is en/of nooit helemaal weg zal gaan, kan de patiënt nog steeds leren er (anders) mee om te gaan. Of leren hoe de klachten zijn/haar leven minder negatief beïnvloeden. Er moet dus voor gewaakt worden dat met enkele woorden de boodschap wordt gegeven dat er geen verandering en verbetering te verwachten valt, en dat het leven zal blijven zoals het op dat moment is. Ook dát is bij psychische aandoeningen niet zo zwart-wit vast te stellen; alleen al door bv. persoonlijke ontwikkeling, opgroeien en levenservaring kan het beloop van de aandoening, en het effect van behandeling in de toekomst veranderen. Het maakt dus verschil of deze boodschap gegeven wordt als afronding van een behandeling, of tijdens een behandeltraject. Als je tijdens een behandeltraject overgaat op het meer werken aan acceptatie en ‘leren leven met’, is dat een ander soort boodschap dan dat deze woorden als afronding van een traject worden meegegeven. De context is dus erg belangrijk. Acceptatie van een (psychische) beperking of kwetsbaarheid kan ook een onderdeel van de behandeling zijn, waar iemand dus actief en met hulp mee aan de slag gaat. In dat geval hebben de woorden ook een andere impact op de patiënt.
    5. Euthanasie/zelfmoord plegen. Euthanasie plegen, net als zelfmoord plegen, klinkt hard en haast veroordelend, in de lijn met een misdaad of een moord plegen. Zeg liever: euthanasie verrichten, of verlenen. Het is een medische handeling, die ook nog eens gewenst is door de patiënt. In oorsprong werd er ook mee bedoeld ‘een zachte dood’ en door veel patiënten en naasten wordt het ook zo ontvangen. Je verricht immers ook een keizersnede, en vele andere medische ingrepen, waaronder euthanasie. Zowel voor arts als patiënt kan ‘plegen’ een vervelend gevoel geven. Ook mensen die iemand aan suïcide hebben verloren, vinden de woorden ‘plegen’ en ‘zelfmoord’ vaak onprettig. Zelfdoding (of suïcide) heeft deze connotatie minder en wordt door nabestaanden vaak liever gebruikt
    6. Patiënt. De laatste jaren wordt er op steeds meer plekken ‘client’ gezegd i.p.v. patiënt. Een client is een afnemer van een dienst die de aanbieder levert, bijvoorbeeld therapie. Zelf heb ik er in dit stuk voor gekozen om het consequent bij ‘patiënt’ te houden. Voor mij heeft het woord patiënt niet perse een negatievere betekenis dan client, het is mij om het even. Vooral in tijden dat het erg slecht met mij ging, voelde ik me ook echt een patiënt, en ik kreeg ook hulp in een ziekenhuis waar het normaal is om nog steeds patiënt te worden genoemd. Toch zijn er mensen die zich meer ‘afhankelijk’ voelen of zelfs zieker als ze ‘patiënt’ worden genoemd. Zij kunnen zich hierdoor meer vereenzelvigen met hun aandoening, of het gevoel hebben dat ze ‘hun ziekte zijn’. bij gebruik van het woord client zullen sommige mensen meer het gevoel van autonomie behouden, en dat kan positief doorwerken op iemands eigenwaarde en gevoel van onafhankelijkheid.

Ik heb hier geprobeerd uit te leggen op welke manier woordkeuze de behandeling of behandelrelatie kan beïnvloeden. Ik zie dat er de laatste jaren wel een beweging gaande is in de GGZ als het gaat over woordkeuze en terminologie. Het woord ‘chronisch’ is er één van die zo langzaamaan steeds meer vervangen wordt door de bovenstaande suggesties. Ik heb geprobeerd toe te lichten hoe het komt dat woordkeuze voor patiënten veel verschil kan maken, terwijl  de hulpverlener zich soms niet bewust is dat zijn woordkeuze een verschil kan maken. Daarom is bovenstaande geen verwijt of terechtwijzing, woordkeuze is vaak persoonlijke voorkeur, of hoe het is aangeleerd. Maar omdat synoniemen bij de patiënt wel degelijk anders ontvangen kunnen worden, heb ik hier toch deze tekst aan gewijd. Ik hoop dat ik hiermee wat inzicht heb kunnen geven op het ‘hoe en waarom’ woordkeuze en taalgebruik veel invloed kunnen hebben, én hoe het ook anders kan.

 

Misschien ook interessant

Opmerking
Opmerking
Hoe zou je deze pagina willen beoordelen?
Heb je een opbouwende opmerking?
Volgende
Laat je e-mailadres achter als we contact met je mogen opnemen over je feedback
Terug
Inzenden
Bedankt voor het achterlaten van je opmerking!